Mara Kraaijenbrink: ‘Je moet niet bang zijn voor dat zwarte gat’

marakraaijenbrink

Naam: Mara Kraaijenbrink
Leeftijd: 22
Beroep: net afgestudeerd

Mara heeft net een studie Nederlands achter de rug en is nu, net als ik, helemaal klaar. Die herkenbare, onvermijdelijke vragen schoten bij haar een paar maanden geleden ook door haar hoofd: wat nu? Wat wil ik echt? En waar kan ik dat gaan doen? Help! Tijdens haar studie had Mara altijd een bijbaan achter de kassa bij de C1000 in Renesse. Onlangs, in een vlaag van studieontwijkend gedrag, maakte ze een pagina aan op Facebook: Frustraties van Kassamedewerkers. Binnen een week had ze 20.000 likes. Zomaar.

Wat wilde je vroeger worden?
M: “Op de basisschool wilde ik acrobaat worden: ik was heel lenig en deed graag trucjes. Ik ben een keer naar het circus geweest en ik kan me nog herinneren hoe geweldig dat eruit zag. Dat wilde ik toen worden.” (lachend) “Maar helaas, not gonna happen. En schrijfster, natuurlijk! Dat was wel iets later, toen ik vijftien of zestien was. Nu vraag ik mezelf af of dat wel realistisch is.”

Waarom zou dat niet realistisch zijn?
M: “Omdat ik nooit zo’n schrijfster kan zijn als Saskia Noort, bijvoorbeeld. Dat je elke drie maanden een nieuw boek uitbrengt. Ik vraag me af of ik die druk aan zou kunnen, dat lijkt me lastig. Ik schrijf niet graag onder druk, dat moet vanzelf komen.”

Wist je op de middelbare school al snel wat je wilde studeren?
M: “Nee, dat niet. Goh, hoe ging dat ook alweer? Omdat ik graag schrijver wilde worden wilde ik graag naar de HKU in Utrecht, om de opleiding Writing for Performance te doen. Ik heb daar een toelating gedaan, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Omdat ik wist dat die kans klein zou zijn, heb ik ondertussen verder gekeken naar andere opleidingen. Mijn vader stelde voor om Nederlands te gaan studeren, dat vond hij echt iets voor mij. Ik ben toen naar de open dag van die studie in Utrecht geweest. Ik heb in geen enkele andere stad nog open dagen bezocht, omdat ik al in mijn hoofd had dat ik graag in Utrecht wilde studeren. De open dag van Nederlands vond ik toen zo leuk, dat ik heb besloten om dat te gaan doen. Ik heb er eigenlijk helemaal niet zo hard over nagedacht, dat was niet nodig.”

Wat waren leuke dingen aan je studie?
M: “Ik vond de literatuurkant echt verschrikkelijk. Dat klinkt vast vreemd, want veel mensen gaan juist daarom vaak Nederlands studeren. Wat ik wel heel leuk vond was het talige gedeelte. Ik vind het interessant om uit te zoeken hoe een taal werkt en hoe het zit. Hoe kan het bijvoorbeeld dat kleine kinderen een taal leren zonder dat hun precies wordt verteld hoe dat moet? Of het feit dat er in alle talen zoveel overeenkomsten zijn. Dat vind ik heel interessant. Ik kon bij mijn studie heel vakken erbij kiezen. Op die manier ben ik wat meer de taalwetenschappelijke kant opgegaan.”

Welke master heb je uiteindelijk gedaan?
M: “De master heet officieel Taal Mens en Maatschappij, maar op mijn diploma staat gewoon master Taalwetenschappen. Ik deed op een gegeven moment een vak, sociolinguistiek, daar heb ik ook mijn scriptie over geschreven.”

Wat is sociolinguïstiek precies?
M: “Oh, dat kan ik niet zo goed uitleggen volgens mij. Het gaat niet over taal zoals het in de boekjes staat, maar over hoe mensen het in het dagelijks leven gebruiken. Sociolinguïstiek is taal zoals het tussen mensen gebruikt wordt, niet zoals het in je hoofd zit. Voor mijn scriptie heb ik ook het taalgebruik van mannen en vrouwen vergeleken. Daarnaast heb ik naar twee verschillende leeftijdsgroepen gekeken. Die leeftijdsgroepen hebben heel veel met taalverandering te maken. De hypothese is vaak dat als jongeren taal anders gebruiken dan ouderen, dat er dan een taalverandering heeft opgetreden, of gaande is. Dat vind ik heel fascinerend.”

Je hebt naar je studie altijd bij de C1000 in Renesse gewerkt. Laatst heb je Facebook pagina aangemaakt; Frustraties van Kassamedewerkers. Kun je daar iets over vertellen?
M: “Het was niet echt een plan, dat gebeurde heel spontaan. Een collega van mij had een tijdje geleden een meme op Facebook geplaatst. Een meme is een concept dat zich via Internet verspreidt in de vorm van bijvoorbeeld een terugkerend plaatje. Ik vond dat zo grappig, dat ik dacht: ‘Ik ga er ook één maken.’ Maar dan wel in het Nederlands, want ik ben niet zo’n ster in Engels. Je moet een taal namelijk erg goed beheersen om ook humor en sarcasme op de juiste manier over te brengen, in mijn geval is dat met Nederlands zo. Dat heb ik toen op Facebook gezet. Mensen bleken het heel leuk en grappig te vinden: ik kreeg er feedback op en mensen stuurden me zelf ook ideeën voor nieuwe memes. Ik besloot er een hele pagina van te maken, dat is toen geëxplodeerd.”

fvk1

Geëxplodeerd? Vertel.
M: “Ik ben op 11 juni begonnen. Op 17 juni had ik al 400 likes, diezelfde avond waren het er al 800. Toen ik de volgende ochtend wakker werd waren het er 1200 en aan het einde van de dag was het plotseling gestegen naar 10000. Aan het einde van de week had ik 25000 likes. Dat ging opeens heel snel, echt bizar. Dagelijks komen er steeds nog vijftig bij. Heel grappig dat dat nog steeds doorgaat, ik ben benieuwd wanneer dat stopt.”

En nu komt er een boekje van uit.
M: “Klopt. In de zomer heb ik een contract getekend. Het idee was om een klein boekje te maken, met onder andere de succesvolste memes en dialogen die ik zelf heb gehad in de supermarkt. Dat laatste lijkt me wel lastig, want het zijn vaak de situaties die vervelend zijn, en niet de gesprekken op zich. Tijdens mijn werk ben ik er nu ook heel erg mee bezig om te bedenken wat bruikbaar zou zijn en wat niet. Dat is wel grappig, want als er nu iets gebeurt met een klant denk ik stiekem: ‘Ha, dat komt straks op Facebook!’”

Ik hoorde ook dat je misschien op de radio zou komen?
M: “Klopt, dat komt nog. Mijn vader had naar 3FM en 538 gemaild, maar we hadden eigenlijk niet echt verwacht dat we iets zouden horen. Na twee weken mailden ze toch terug: Giel wilde me wel in de ochtendshow hebben.”

Wat gaaf! Opeens komen er van alle kanten mensen op je af.
M: “Inderdaad. Ik kreeg laatst ook een mailtje van vrouwen.nl, dat zij het wel leuk zouden vinden om een samenwerking te doen. Eens in de zoveel tijd zal er dan een artikeltje van mij op hun website verschijnen. Ik vind het heel leuk dat zoiets simpels zoveel leuke dingen teweegbrengt. Ook iemand die vroeg of de website over te kopen was, of mensen die reclame willen maken. Ik heb er inmiddels hele middagen werk aan: nieuwe memes bedenken, berichtjes beantwoorden, noem maar op.”

Waar zie je jezelf over vijf jaar?
M: “Daar had ik het toevallig laatst nog met een vriendin over; ik heb totaal geen idee. Ik weet niet eens waar ik over een jaar ben. Ik heb wel andere doelen voor ogen, zoals samenwonen in een eigen huisje. Maar wat ik over vijf jaar qua werk doe? Geen idee. Dat is voor mij één groot raadsel. Met mijn opleiding is het ook de bedoeling dat je je eigen werk min of meer creëert, er liggen geen standaard banen van veertig uur per week voor het oprapen nu ik klaar ben. Zo werkt dat gewoon niet. Ik moet het waarschijnlijk hebben van kleine dingen, zoals nu met die Facebook pagina. Daar ben ik dan even mee bezig, maar tegelijkertijd zal ik er veel rotbaantjes bij moeten doen.” (lachend) “Zoals werken in de supermarkt.”

Vind je het een eng idee dat je niet weet waar je bent over een jaar?
M: “Op zich wel. Maar tegelijkertijd heb ik nu zoveel vrijheid, er is nog zoveel mogelijk. Als ik dit zwarte gat niet had gehad, had ik nu ook niet iets kunnen doen met Frustraties van Kassamedewerkers. Mensen zeggen altijd dat je studententijd de beste tijd is van je leven, maar ik denk juist dat dat nu komt.”

Tot slot: heb je nog tips voor mensen die nu ook afstuderen?
M: “Ik denk dat je vooral niet bang moet zijn voor dat zwarte gat. Negentig procent van de mensen die afstuderen maakt dat mee. Ik heb me heel lang niet eens gerealiseerd dat er een zwart gaat aankwam; ik ging studeren en dus zou ik een baan vinden, zo redeneerde ik. Maar in de laatste jaren van mijn studie besefte ik het steeds meer dat het er toch aan zat te komen. Ik moest een baan gaan vinden straks. Maar hoe? En wat precies? Er heel erg over nadenken heb ik nooit echt gedaan, ik durfde het niet goed. Nu heb ik dat laten gaan, dat is ook het enige wat je eigenlijk kunt doen. Dat vind ik aan de ene kant eng, want ik wil altijd graag weten waar ik aan toe ben. Maar aan de andere kant schept dit ook weer een soort vrijheid. Het komt wel, daar geloof ik echt in. Gewoon ogen dicht en ervoor gaan!” Linda Roos

Fvk2

Geef een reactie