Journalist Ellen Mannens: ‘Je droombaan blijft altijd in beweging’

ellenmannens

Naam: Ellen Mannens
Leeftijd: 33
Beroep: journalist, tekstschrijver, workshopleider

Een paar maanden geleden was ik in Rotterdam voor een interview met Anton Slotboom. Toen we na het interview nog even naar een platenzaak liepen, kwamen we iemand tegen op straat die Anton kende. Ellen Mannens, een journalist en tekstschrijver. Anton stelde haar aan mij voor en ik vertelde iets over mijn blog. Ellen trok twee visitekaartjes uit haar tas. “Dit is mijn werk – wat al een aardige droombaan is,” zei ze, terwijl ze een kaartje van El Tekst aan me gaf. “En dit is mijn droombaan.” Het tweede kaartje is van haar project 365 Feyenoord Vrouwen. Ellen is een echte Feyenoord-fan en met dit project probeert ze haar grootste hobby te combineren met wat ze goed kan: schrijven. Ik spreek haar via Skype aan het einde van de middag. “Leuk, wat wil je allemaal van me weten?”

Een heleboel. Maar eerst: wat wilde je vroeger worden?
E: “Heel vroeger, op de basisschool, wilde ik schoonheidsspecialiste worden.  Ik kan me ook herinneren dat ik in diezelfde tijd samen met een vriendin een krant heb gemaakt. Stiekem was ik er toen ook al mee bezig. Op de middelbare school werd duidelijk dat ik graag de journalistiek in wilde. Opstellen schrijven vond ik geweldig, terwijl ik klasgenootjes had die dat verschrikkelijk vonden. ‘El, kun jij dat niet voor me doen?’ Vroegen ze dan.”

Heb je uiteindelijk ook journalistiek gestudeerd?
E: “Ja, in Utrecht. Daar hoefde ik niet lang over na te denken.”

Wat was het eerste plan na je afstuderen?
E: (lachend) “Werk vinden, net als jij! Tijdens mijn schooltijd begon ik al te schrijven voor de huis-aan-huis krant in Gouda, daar woonde ik toen nog. Het begon niet allemaal zo rooskleurig, er was niet zoveel werk. Ik heb stage gelopen voor het Parool en daar later nog wat freelance werk voor gedaan. Mijn eerste baan werd redacteur bij een huis-aan-huis krant. Ik had journalistiek gedaan, dus ik moest en zou ook een baan in de journalistiek. Ik dacht helemaal niet na over wat ik precies wilde met schrijven.”

Hoe heb je dat uitgezocht?
E: “Om van schrijven mijn droombaan van te maken, bedoel je?”

Precies.
E: “Dat kwam later, omdat ik niet leuk vond wat ik aan het doen was. Ik moest me bezig houden met allerlei politieke onderwerpen, daar vond ik niks aan. Ik ben toen met een bedrijfscoach gaan praten en probeerde te bedenken wat ik echt leuk vond om te doen. Daar is het begonnen.”

En wat kwam daaruit?
E: “Ik kwam er achter dat ik een ontzettend grote liefde voor Rotterdam had. Ik ben officieel in Gouda geboren, maar mijn hele familie komt uit Rotterdam. Op dat moment kwam net het Rotterdamse uitgaansmagazine voor het eerst uit, NL10. Dat bestaan nu helaas niet meer. Ik ben daar begonnen als freelancer en later ben ik daar hoofdredacteur geworden.”

Wat zijn de grootste obstakels geweest in de afgelopen jaren?
E: (lachend) “Leuke vraag. Het grappige is dat die droombaan in beweging blijft. Bij NL10 voelde het echt perfect, maar na een paar jaar ben je toch weer op zoek naar iets nieuws. Ik moet aanvoelen wat ik daarna weer wil doen. Ik heb drie jaar een droombaan en dan gaat het weer jeuken. Er was op een gegeven moment weer een ontslagronde bij NL10, uiteindelijk was ik dan een keer de pineut. Dat kwam goed uit, want ik was toen net weer begonnen met freelancen. Ik had het gelukkig al zover uitgezet en uitgestippeld dat ik van daaruit meteen aan de slag kon.”

Je moest dus uiteindelijk wel?
E: “Klopt. Het leuke is dat als je eenmaal weet wat je wil, dat je een soort magnetisch wordt. Bij een netwerkborrel had ik een prijs gewonnen: een startup coach, die je kon helpen bij het maken van een carrièreswitch. Dat kwam precies goed uit. Toen ben ik dat freelancen aan gaan pakken. De enige magie die erin zit is heel erg goed weten wat je wil doen. Als je het weet, dan komt het ook.”

Ik zag op je website dat je ook workshops geeft. Hoe is dat op je pad gekomen?
E: “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan; ik kom uit een enorme onderwijsfamilie. Het begon met een stichting die workshops geeft aan kinderen in de journalistiek. Dat leek me leuk, dus ik ben daar met iemand gaan praten. Na een tijdje kon ik daar aan de slag, dat doe ik nu nog. Vervolgens kreeg ik een telefoontje van een kennis die iemand zocht die een volwassenenworkshop kon geven. Dat kwam allemaal zo op m’n pad.”

Ging dat zo makkelijk?
E: “Nee, absoluut niet. Zo klinkt het nu misschien, maar als ik eraan terugdenk was het echt niet makkelijk toen ik begon met workshops geven. In het begin was het echt janken en op mijn bek gaan. Maar uiteindelijk heb ik daar m’n draai in gevonden. Het is bij mij inherent aan iets nieuws leren. Je betreedt onbekend terrein en dat is altijd spannend. Dat is wel de invulling van die droombaan: wat ik leuk vind of waar ik zin in heb, dát pak ik aan. Het hoeft niet alleen maar schrijven te zijn, maar ook lesgeven. Trainingen en workshops geven vind ik onwijs leuk. Ik kwam er vroeger achter dat ik het heel leuk vond om te schrijven. Nu kom ik erachter dat ik het heel leuk vind om trainingen te geven.”

Hoe zien die trainingen eruit?
E: “Ik doe dat op mijn eigen manier. Dus niet met een beamer en een boekje, ik wilde gekke werkvormen bedenken. Daarom ben ik ook een extra opleiding gaan doen, die heb ik laatst afgerond. Daar heb ik kunnen leren hoe je met verschillende, onverwachte werkvormen, mensen dingen heel goed kunt leren. Ik geef vooral schrijfworkshops, maar voor allerlei verschillende leeftijden. Van kinderen tot bejaarden. Ik vind de workshops gericht op volwassenen het leukst.”

Waar haal je in je werk voldoening uit; zowel het schrijven als de workshops geven?
E: “In het schrijven vind ik het geweldig als ik een interview doe en iemand zich er later in herkent, dat je elkaar hebt begrepen. Ik vind het ook leuk als ik een webtekst voor een bedrijf moet maken en ik achteraf hoor dat het precies is wat ze bedoelden. Ik neem er ook geen genoegen mee als een klant aangeeft dat zijn bedrijf klantvriendelijk, betrouwbaar en kwalitatief hoogstaand is. Ik wil het echte DNA vinden. Met de workshops vind ik het mooi als je letterlijk ziet dat je iets nieuws leert aan je cursisten. Het moment waarop een gezicht ‘openbreekt’ in een glimlach en er een ‘oh ja’ klinkt.”

Toen ik je met Anton tegenkwam gaf je me twee kaartjes. Eén was van 365 Feyenoord Vrouwen. Hoe is dat ontstaan?
E: (lachend) “Wel fijn om dit eens te bespreken, nu krijg ik een overzicht van wat ik allemaal gedaan heb. Het is namelijk weer zo’n zelfde verhaal. Ik ben zelf Feyenoord supporter en ik ga sinds zes jaar naar het stadion. Het frustreerde mij altijd dat mensen het altijd over hooligans hadden, of dat voetbal stom zou zijn. Daar kwam nog bij dat er in de fanshop wel merchandise hangt voor vrouwen, maar dat is allemaal roze. Dat vond ik jammer. Daar wilde ik iets aan doen! Wilde ik dan een nieuwe merchandise lijn maken voor Feyenoord? Dat was helemaal niet mijn vak. Mijn vak is interviews doen en verhalen van mensen vertellen, dus ben ik vrouwelijke Feyenoord fans gaan interviewen. Een soort gratis marketingonderzoek voor Feyenoord, dus. Ik weet nog niet waar het uitkomt, misschien moet je me over twee jaar nog een keer interviewen.”

Je hebt uiteindelijk wel een jurkje ontworpen.
E: “Klopt. Door het freelancen kan ik mijn eigen tijd indelen en mezelf sponsoren om leuke dingen te doen. Ik wilde heel graag die Feyenoord vrouwen in beeld brengen en het ligt voor de hand dat daarvan een boek moet komen. Maar ondertussen werd het ook duidelijk dat er iets met die merchandise lijn moest gebeuren. Doordat ik met mijn idee in de krant en op Facebook stond, kwam er een ontwerpster op me af die vroeg of dan iets leuks konden maken. Dat hebben we gedaan.”

Is er al echt een plan om er een boek van te maken?
E: “Er is wel iemand op me af gekomen, maar ik moet er zelf nog even over nadenken. Ik ben hier heel kritisch over, want ik wil er wel iets moois van maken. Het is nog in ontwikkeling. Het zit nog in de bloed-zweet-en-tranen fase. Er gaat iets mee gebeuren, maar ik kan je nog niet vertellen wat. Lastig, hè?”

Ik heb ook een aantal interviews gelezen. Heel interessant om te zien hoeveel verschillende vrouwen eigenlijk supporter zijn!
E: “ja, het is echt een soort onderzoek. Er zijn mensen die wel eens tegen me zeggen: ‘Maar daar verdien je toch geen geld mee?’ Maar je hoeft toch niet met alles wat je doet geld te verdienen? Het moet uit verwondering ontstaan. Verwondering vind ik altijd het leukst, als je denkt: ‘Waarom? Maar hoe zit dat dan?’ En dan erin duiken, daar kunnen de mooiste dingen uitkomen.”

Tot slot: heb je nog tips voor studenten en starters?
E: “Ja. Zorg dat je weet wat je leuk vindt. Een docent op de school voor Journalistiek riep altijd: ‘Zoek een hobby!’ Dat geldt zeker voor journalisten, maar eigenlijk ook voor iedereen. Belangrijkste tip, komt-ie. Je moet proberen een compleet plaatje maken van wat je wil. Stel, je hebt rechten gestudeerd,  maar je wil eigenlijk een kinderboek schrijven waarin het Nederlands recht in beeld wordt gebracht, ik noem maar iets. Visualiseer het. Hoe ziet het eruit? Waar ben jij als je het idee uitvoert? Wat voor toon moet het hebben? Zodra jij weet wat die droombaan voor jou is, dan sta je ervan verstelt wat er dan gebeurt. Die beren op de weg, daar moet je niet naar kijken. Zet eerst maar eens de eerste stap. Dat doe je hier nu al mee. Volgens mij heb jij mijn tips al opgevolgd!” Linda Roos

Geef een reactie