Mede-eigenaar De Plaatboef Jorrit van Hall: ‘Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk’

deplaatboef

Naam: Jorrit van Hall
Leeftijd: 35
Beroep: Mede-eigenaar van platenzaak De Plaatboef

De Plaatboef in Rotterdam is een drukbezochte platenzaak, voor trouwe klanten, muziekliefhebbers en toeristen. Je merkt het meteen als je de winkel binnen stapt: het is altijd druk. Als ik Jorrit wil vragen of hij al klaar is voor het interview, is hij nog aan het onderhandelen met een klant via de telefoon. De klant wil graag zijn collectie verkopen aan de winkel. “Wat voor muziek is het? Tja, ik heb zo’n grote collectie. Gewoon een genre noemen, dan weet ik ook in welke hoek ik moet denken.” Blijkbaar is het een goed genre, want Jorrit spreekt met de klant af dat hij volgende week langs mag komen. “Precies, en hopelijk bestaan we over twintig jaar nog,” sluit hij het gesprek af, en lacht. Nog voor ik Jorrit aan kan spreken, is een andere klant in de winkel mij voor. Het is een Amerikaanse toerist, die net een aantal platen heeft gekocht. “This is an amazing store!” Roept hij, alvorens hij vrolijk de winkel uit loopt met zijn aankopen. Nu is het mijn beurt.

Om te beginnen lijkt het me leuk om even terug in de tijd te gaan: wat wilde je vroeger worden en wat heb je gestudeerd?
J: “Om eerlijk te zijn heb ik nooit iets afgemaakt.”

Dat kan juist interessant zijn, toch?
J: “Ja, natuurlijk. Dat is ook zo. Maar eigenlijk wilde ik vroeger al mijn eigen platenzaak. Dat is altijd mijn droom geweest. Laat ik gewoon heel eerlijk zijn: ik heb geluk gehad. In mijn studietijd werkte ik al bij Plaatboef, toen was het nog een bijbaantje. Op een gegeven moment liet de eigenaar doorschemeren dat hij er eigenlijk mee wilde stoppen, daar heb ik toen gretig op ingespeeld. Uiteindelijk heb ik de zaak samen met nog iemand overgenomen. Het is hard werken, dat wel. Toch is het woord ‘droombaan’ zeker op mij van toepassing, want ik ga elke dag met plezier naar mijn werk.”

En zo hoort het ook. Maar het gaat eigenlijk niet zo goed met platenzaken in het algemeen.
J: “Dat is zeker waar. Vroeger kochten er veel meer mensen CD’s en platen, dat worden er langzaamaan steeds minder. Maar ik geloof gewoon dat elke grote stad een of twee platenzaken zou moeten hebben. Door goede service, klantvriendelijkheid en een aantrekkelijk prijsbeleid is het mogelijk om te blijven bestaan. Daar geloof ik heilig in.”

Hoe onderscheiden jullie je dan van platenzaken die ook net zo klant – en prijsvriendelijk zijn?
J: “Wij hebben een enorm assortiment van tweedehands CD’s en platen. Elke dag komt er nieuw materiaal binnen, er is voor ieder wat wils. Het is voor mensen tussen de 8 en 88 jaar, zeg ik altijd. Daarnaast hebben we bijvoorbeeld ook games. En de prijs, want de nieuwe CD’s en platen zijn bij ons erg goedkoop.”

Ik hoorde je net al aan de telefoon zeggen dat je graag wilde weten van een klant wat voor muziek hij aan jouw zaak wilde doorverkopen. Is het nodig om kritisch te zijn?
J: “Ja, zeker. We krijgen elke dag nieuw materiaal binnen, dus we hebben inmiddels een enorme voorraad. Je ziet het ook als je in de winkel staat: overal staan kratten met voorraad. Van sommige dingen heb ik al zoveel exemplaren, die koop ik dan niet meer in. Op een gegeven moment groei je gewoon dicht.”

En wie zijn al die klanten?
J: “Ik heb heel veel vaste klanten, maar ook veel toeristen. Je zag het net, er stonden opeens een paar Amerikanen in de winkel. Daarnaast proberen we natuurlijk nieuwe klanten te trekken.”

Hoe promoten jullie je winkel?
J: “Soms adverteer ik wel eens wat in dingen, maar niet vaak. Internet speelt nu een grote rol, zoals Facebook en Twitter, daar ontkom je niet meer aan. Maar ook heel veel mond-op-mond reclame. Als mensen binnenkomen en denken: ‘Dit is een toffe winkel!’ Ik denk dat dat nog steeds de beste manier is. Tevreden klanten vertellen zoiets door. Het is dus heel simpel: houd je klanten altijd tevreden.”

Je noemde net al even dat het hebben van een platenzaak hard werken is. Zie je dat als een nadeel?
J: “Nee, helemaal niet. Er moet wel altijd iemand in de winkel staan, dus als er iemand ziek is moet je dat zelf meteen oplossen. Je hebt zelf  verantwoordelijkheid voor alles. Maar ik vind het geen nadeel, ik zie dat niet als een probleem.”

Zijn er dan voor je in deze platenzaak terecht kwam nog problemen geweest waar je tegenaan liep?
J: “Het voordeel was dat ik de zaak zo over kon nemen, De Plaatboef bestaat al meer dan dertig jaar. Ik hoefde het niet allemaal in mijn eentje op te zetten. Maar natuurlijk kom je soms obstakels tegen. Je moet allerlei zaken zelf regelen, je komt met de bank in aanraking, dat is niet altijd even makkelijk. Maar je moet het gewoon doen, klaar. That’s it. Ik denk dat het heel belangrijk is dat je vertrouwen hebt in wat je zelf wil en kan, dan komt het altijd wel goed.”

En je vertelde net dat je allerlei studies had geprobeerd, maar nooit had afgemaakt. Dat zijn misschien ook obstakels geweest.
J: “Klopt, ik heb van alles gedaan. Ik heb bijvoorbeeld marketing en management gestudeerd, maar ook jarenlang allerlei rotbaantjes gehad. Ik was altijd op zoek. Maar mijn droom bleef altijd hetzelfde: een platenzaak runnen. Met marketing en management was ik toen wel ver: ik had al stage gelopen en hoefde alleen nog een scriptie te schrijven, maar uiteindelijk kwam het er niet van. Daar heb ik nu vrede mee.”

Zou je dat ooit anders doen als je de mogelijkheid kreeg?
J: “Een tijdje geleden had ik nog wel contact met de oude school, en wilde ik kijken of het mogelijk was om mijn studie alsnog af te ronden. Maar dat was een heel gedoe: ik had al stage gelopen, maar dat erkenden ze niet. Dat moest ik dus opnieuw doen, maar dat gaat gewoon niet als ik deze zaak heb. De mogelijkheid bestaat niet meer. Maar eigenlijk is het nu ook niet meer nodig.”

Er verdwijnen nu heel veel banen, maar ook platenzaken. Wat betekent dat voor jullie, al deze veranderingen?
J: “Je moet heel tijdelijk weten wat je precies wil. Dat moet je ook uitdragen. Natuurlijk, de ene na de andere platenzaak verdwijnt. Dat zie je hier ook. Het was denk ik nog voor mijn tijd, maar vroeger zaten hier wel tien of vijftien platenzaken op een rij. Daar is nu helemaal niets meer van over. Je moet een beetje geloven dat het goed komt en je klanten tevreden houden.”

Merk je dat mensen nu weer meer geïnteresseerd zijn in het kopen van platen? 
J: “Ja, heel veel echte muziekliefhebbers stappen toch weer over op de LP. Maar dat is misschien maar een klein percentage van de mensen. Ik zie het wel steeds meer. We zijn de enige zaak in Rotterdam die altijd de nieuwste muziek meteen in LP-formaat verkochten. Ook steeds meer jonge mensen zijn geïnteresseerd in het kopen van platen, dus als ze onze winkel binnenkomen hebben ze meteen een enorm aanbod waar ze uit kunnen kiezen. In onze winkel kunnen ze dan al gauw voor een twee euro vijftig een leuke plaat kopen. Bijvoorbeeld een plaatje van The Doors, ik noem maar iets.”

Zijn er nog dingen die je wil bereiken?
J: “Ik denk dat je altijd wel nieuwe doelen voor ogen moet houden. Ik heb voor de winkel nog wel ideeën om het beter te maken. We hebben een bepaalde soort uitstraling, dat moet je ook niet te veel veranderen. Je moet laagdrempelig blijven. Dat is onze kracht. Maar ik heb nog wel honderd ideeën voor de winkel waar ik wat mee zou willen doen.”

Bijvoorbeeld?
J: “Dat is gewoon puur technisch, voor de winkel. Ik zou er bijvoorbeeld wel een pandje bij willen hebben, maar dat is voorlopig niet mogelijk. Ik wil het houden zoals het nu is, en misschien nog een beetje uitbouwen.”

Tot slot: heb je nog tips voor studenten en starters?
J: “Ja, dat is altijd zo cliché-matig, maar het is wel waar. Geloof in jezelf, dat is belangrijk. Heb een duidelijk idee voor ogen en doe het gewoon. Juist in deze tijd. Je moet creatief zijn. Ik geloof dondersgoed dat als jij je weet te onderscheiden van andere mensen, het altijd goed moet komen. En als het een keer misgaat, leer je daar ook weer van. Dat is het leven: het is vallen en opstaan. Ook als je valt, kun je daar weer lering uittrekken. Dat je het de volgende keer niet doet, of anders doet. Sommige mensen zijn altijd zo angstig, die durven niks. Probeer toch eens wat, denk ik dan, je bent nog jong.” Linda Roos

Geef een reactie