Dj Arnold Scheepmaker: ‘De dj-wereld is harder geworden’

arnoldscheepmaker

Naam: Arnold Scheepmaker
Leeftijd: 40
Beroep: dj en journalist

“Ik heb meteen een leuke anekdote,” grijnst dj Arnold Scheepmaker, als hij op een stoel ploft in De Balie in Amsterdam. Op de fiets hier naartoe probeerde hij een berichtje te bekijken op zijn telefoon. Maar terwijl hij zijn telefoon uit zijn zak griste, vloog er ook een briefje van vijftig uit. “Twee mensen hadden het gezien: een automobilist en een meisje dat aan de andere kant van de straat stond.” Het meisje had gezien dat een vrij gezette man het briefje even verderop van straat had geplukt. Arnold ging naar de man toe om het verloren geld terug te vragen. “Ik wist al dat het niet zou lukken, hij deed natuurlijk alsof hij van niets wist. Terwijl ik zeker weet dat hij het geweest moet zijn: hij stond zijn broek nog op te hijsen, nadat hij had gebukt om het briefje op te rapen.” Hij kon twee dingen doen: een scène schoppen en het geld terugeisen, of het gewoon maar laten gaan. Arnold besloot het laatste te doen. “Tja, jammer van dat briefje van vijftig, maar niets aan te doen. Laten we ter zake komen! Wat is de bedoeling van je blog precies?”

Arnold is dj en journalist, hij schreef voor onder meer LiveXS, het Parool en OOR. Daarnaast is hij bekend van Kill All Hipsters. Dit is een indie/electro/pop dansavond, regelmatig gehouden in onder andere de Amsterdamse Bitterzoet en Tivoli in Utrecht. Helemaal in mijn muziekstraatje, dus ik bezoek de avond regelmatig met een grote groep vriendinnen en huisgenoten. In het nachtleven is de crisis ook voelbaar, vertelt Arnold. “Ik merk het tijdens onze dansavonden: er is minder budget. Je ziet het aan de aantallen, aan hoe snel kortingen worden opgepakt. Er zijn minder inkomsten, dus mensen worden kritischer: ze kunnen hun geld maar één keer uitgeven.”

Je bent niet begonnen met het idee om echt dj te worden. Eerst heb je gestudeerd. Wat precies?
A: “Ik heb Literatuurwetenschappen en Film en Televisiewetenschappen gestudeerd. Met Literatuurwetenschappen ben ik begonnen, omdat ik altijd wel het idee had om schrijver te worden. Het was een heel boeiende studie, met viel diepe en droge discussies. Er zat van alles in, bijvoorbeeld minderhedenstudies en homostudies. Ik was daar als enige blanke, heteroseksuele man wel een vreemde eend in de bijt.”

Toch ben je uiteindelijk gestopt met de studie.
A: “Klopt. Op een gegeven moment ben ik rond gaan vragen en toen bleek het banenperspectief niet bepaald groot te zijn. Je kwam voornamelijk op de universiteit terecht, of in een bibliotheek. Dat wilde ik niet. Schrijver had ik ook zonder die studie kunnen worden. Ik was rond die tijd al aan het dj’en, dat deed ik vanaf mijn achttiende. Toen stopte de studie en kwam er een jaar waarin ik dacht: ‘wat ga ik nu doen?’ En omdat ik altijd al draaide ben ik dat veel meer gaan doen, dat kreeg toen een beetje de overhand.”

Wat vonden je ouders daarvan?
A: “Rond mijn zevenentwintigste begonnen ze wel te vragen wat ik hierna nu ‘echt’ ging doen. Op het moment dat ik de dertig voorbij was en ik er inmiddels een inkomen van had, lieten ze dat los.”

Nu gaat het als een speer met Kill All Hipsters. Hebben jullie inmiddels geen hulp nodig, in de vorm van bijvoorbeeld stagiaires?
A: “Het gaat zeker goed. Een tijdje geleden waren er drie mensen die graag stage bij ons wilden lopen. Door tijdgebrek heb ik daar toen niet op gereageerd. Wat wij doen is hartstikke leuk, met veel dansavonden en promotie. Ik weet haarfijn hoe ik via de eigen site en via Facebook promotie moet doen. Dus deep down weet ik: op het moment dat ik iemand een stageplek aanbied, die van toeten nog blazen weet, zit daar een risico aan vast. Ik geef iets uit handen, terwijl mijn bedrijfje er van af hangt.”

De dj-wereld is dus niet zomaar een wereldje waar je zonder kennis in kunt rollen, volgens jou?
A: “Het is heel vaak een ons-kent-ons verhaal. Het is een netwerk waar de één nog dichter bij de bron zit dan de ander. Dit betekent dat als er voor bijvoorbeeld een festival dj’s nodig zijn, niet altijd de beste gekozen zal worden, maar de persoon met de meeste contacten. En daarnaast zit er een soort ego-dingetje aan vast.”

Wat bedoel je daar precies mee?
A: “Ik bedoel dat wij als dj’s in zekere zin rekening met elkaar moeten houden. Als je subtiel bent, laat je ook de ander even flink shinen. Zo heb ik wel eens gedraaid op een Koninginnenachtfeest waar drie dj’s achter elkaar draaiden. Ik deed het middenstuk, na mij kwam nog iemand. Ik was toen heel ambitieus. Koninginnenacht is sowieso een feest, dus ik draaide in twee uur tijd van verschillende genres alle potentiële hits achter elkaar. Eén groot feest. Toen die andere dj het van mij overnam, stortte het helemaal in. Het was misschien subtieler geweest om vier of vijf hits buiten beschouwing te laten, zodat hij kon shinen. Hij heeft me daarna nooit meer aangekeken.”

Dat klinkt wel heel heftig.
A: “We gunnen elkaar bijna het licht in de ogen niet. Dat komt ook doordat het wereldje harder is geworden. Kijk, als je vijfduizend mensen te verdelen hebt over zes zalen, dan is er bij iedereen achthonderd man. Prima. Maar als je, ik roep maar wat, tweeduizend mensen te verdelen hebt over acht feesten,  dan wil iedereen een volle bak hebben. De crisis speelt bij ons ook, maar dan op een andere manier. Je merkt dat er een soort paniekmanagement ontstaat. Stel: eerst kwam er op een avond nog duizend man. Zodra je plotseling de val naar vijfhonderd maakt, valt die goed geoliede machine helemaal in elkaar. Daardoor vallen er af en toe verschillende dansavonden weg, zoals de dansavond op zaterdag in de Melkweg waar ik ook draaide.”

Geldt dat ook voor Kill All Hipsters?
A: “Nee, dat niet. Kill All Hipsters heeft het vrijwel altijd goed gedaan. Ook omdat we misschien specifieker zijn gaan richten. De zaterdag in de Melkweg en de woensdag en donderdag in Paradiso waren altijd algemene avonden. Alles kon, heel eclectisch. Dat eclectische heeft ze uiteindelijk iets gekost. Ik heb collega-dj’s gehad die altijd de beste waren in hun soort. Zij konden alles laten horen: een beetje gitaar, een beetje hiphop, een beetje dance. Dat is nu veranderd: er zijn meer mensen, meer verschillende doelgroepen, die allemaal iets anders willen horen. Er waren altijd al verschillende scènes, maar die middenweg is nu een beetje zoekgeraakt. Ga je bijvoorbeeld naar Encore, de hiphopavond in de Melkweg, en je vraagt daar aan mensen of ze wel eens van The Strokes gehoord hebben: niemand, waarschijnlijk. Echt niemand. Dat is voor mij wel een teken dat er minder middengrond is.”

Wanneer is Kill ll Hipsters eigenlijk ontstaan?
A: “Dat is alweer bijna zeven jaar geleden. De eerste twee plekken waar we het organiseerden was Club 8 in Amsterdam en de Roter Salon in Berlijn. Het idee was: we doen dit ernaast als klein dingetje, het gaat verder niks betekenen.”

Maar uiteindelijk werd het toch groter.
A: “Klopt. De eerste paar keer kwamen er voornamelijk vrienden op af. Maar op een gegeven moment ontstond er een soort buzz en werd het steeds drukker. Vanaf dat moment kregen andere zalen ook interesse. De Melkweg stapte eerst aan boord, daarna volgde Bitterzoet. Inmiddels zijn daar Paradiso en de Sugar Factory nog bij gekomen.”

En dat doe je samen met Jael. Zijn jullie er samen mee begonnen?
A: “Ik ben ermee begonnen, ze wilde graag meedoen. Jael is ook mijn ex, we hebben vier jaar lang iets gehad, heel lang geleden. Het leek me eerst helemaal geen goed idee, maar later bleek dat het juist wel een goed idee was. We kennen elkaar door en door en hebben aan een half oor genoeg. Dan kom je eigenlijk weer terug bij waar ik het net over had, dat je de ander niet moet outshinen. Jael is heel goed met het publiek, maar heeft ook haarfijn door als ik bijvoorbeeld het laatste halfuurtje graag even wil draaien. Ik heb iemand nodig die gelijkwaardig is, maar tweede viool kan spelen wanneer dat nodig is.”

Hoe bedoel je?
A: “Waar ik een eikel in kan zijn is dat ik vaak denk dat ik precies weet hoe het iets beter kan.” (lachend) “Louis van Gaal-trekjes, noem ik dat. Ik heb de ruimte nodig om te kunnen laten zien hoe iets beter werkt. Ik wil kunnen ingrijpen. Dat is precies waarom Jael en ik elkaar goed aanvullen.”

Zijn er ook minder leuke kanten aan het bestaan van een dj?
A: “In de winter zie je soms heel weinig daglicht, omdat het dan laat licht en vroeg donker wordt. Ik heb wel eens gehad dat ik vier dagen achter elkaar geen daglicht had gezien. Daar word je ook gek van, op een gegeven moment.”

Toch doe je het werk graag.
A: “Ja, ik zou niet van negen tot vijf kunnen werken. Ik heb daardoor misschien een raar ritme, maar wel een ritme dat voor mij werkt.” (korte stilte) “Maar we gaan opbreken, want volgens mij moeten we inmiddels allebei weg! Ik pak de bill.”

Nee joh, jij bent net nog vijftig euro verloren.
A: “Jawel, maar dat komt wel goed. Maakt niet uit. Ik vond dit leuk om te doen.” Linda Roos

Geef een reactie