Robin Romei: ‘Als ik geen muziek maak word ik gek’

robinromei

Naam: Robin Romei
Leeftijd: 24
Beroep: werkzaam bij een architectenbedrijf en parttime muzikant

Naast professionals interview ik ook elke maand een student of starter: jonge mensen die net als ik nu dan toch echt moeten beginnen. Robin Romei, woonachtig in Brighton, is zo’n starter. Ik ontmoette Robin twee jaar geleden, tijdens mijn vakantie in Brighton. Hij was toen net klaar met zijn studie architectuur en hard op zoek naar een baan. Tegelijkertijd had hij eindelijk tijd om meer te doen met zijn passie: muziek.

Je hebt architectuur gestudeerd, maar bent ook veel bezig geweest met muziek. Vanwaar toch de keuze voor die studie?
R: “Toen ik op school zat realiseerde ik me dat ik best goed was in kunst en wiskunde. Een studie waarin ik deze twee dingen kon combineren was architectuur, dus dat was een voor de hand liggende optie. Tijdens mijn studie begon ik ook meer interesse te krijgen in muziek. Daar ben ik pas mee begonnen toen ik tiener was. Als kind heb ik nooit een muziekinstrument gespeeld. Ik heb vroeger nooit gedacht: ‘ik wil muzikant worden’. Dat kwam pas veel later.”

Twee jaar geleden ben je afgestudeerd. Wat was toen je plan?
R: (lachend) “Het duurde heel lang voor ik een baan vond. Ik solliciteerde vaak, eigenlijk op elk baantje dat ik kon vinden. But I did very badly. Ik kon maar geen werk vinden. Tegelijkertijd had ik wel meer tijd omhanden. Die tijd stopte ik in het maken van muziek.”

Tijdens zijn studie architectuur was daar de mogelijkheid nog niet voor. “Mijn studie nam veel tijd in beslag, omdat ik naast colleges veel opdrachten moest maken. Het was een behoorlijk zware studie, die ik graag goed af wilde ronden. Er nog iets naast doen was bijna onmogelijk.”

Nu kan dat dus wel. Wil je graag verder als muzikant?
R: “Voor ik op de universiteit begon, wilde ik dolgraag doorbreken als muzikant. Ik had daar na de middelbare school veel mee gedaan en zat op MySpace waar ik veel mensen kon bereiken. Tijdens mijn studie had ik er plotseling veel minder tijd voor. Het belangrijkste doel na mijn afstuderen was werken aan mijn muziek.”

Toch heb je uiteindelijk ook nog een baan gevonden.
R: “Klopt. Ik ben wel blijven zoeken naar werk en heb bij ontzettend veel architectenfirma’s gesolliciteerd. Het leek eerst opnieuw nergens naartoe te leiden, want ik werd nergens aangenomen. Erg demotiverend, natuurlijk. Maar gelukkig was er op een gegeven moment toch iemand die mij graag bij zijn bedrijf wilde laten werken. Na drie maanden zei hij: ‘Dit ziet er goed uit. We’re happy to take you on’. Zo is het uiteindelijk gelopen.”

Robin merkte al snel dat het hebben van werk veel voordelen had: niet alleen had hij plotseling meer tijd voor zijn muziek, ook had hij plotseling meer geld om hieraan uit te geven. “Wat ik me eerst niet kon veroorloven, kon nu opeens wel: een oefenruimte huren, naar verschillende steden reizen voor optredens. We zijn nu op een punt dat we regelmatig kunnen optreden en echt de professionele kant opgaan. Elke maand proberen we op te treden of een nieuwe single uit te brengen. Opnemen gebeurt inmiddels in een echte studio.”

Is het niet lastig om een fulltime baan te combineren met het maken van muziek?
R: “Dat valt heel erg mee. Dat heb ik vooral te danken aan mijn baas, die is heel flexibel. Als ik bijvoorbeeld een keer iets eerder weg moet omdat ik ’s avonds een optreden heb, is dat geen probleem. Het gaat nu bijna niet meer over wat ik doe, eerder wat anderen eventueel voor mij zouden kunnen betekenen. Denk aan management, pr of advertenties. Ik heb inmiddels zelf hulp nodig om een groter publiek te kunnen bereiken.”

Hoe kun je er zelf in ieder geval voor zorgen dat je meer bekendheid krijgt?
R: (lachend) “Dat is een goeie vraag, waar ik om eerlijk te zijn het antwoord niet op weet. Je hebt een goede strategie nodig en je moet ook net de juiste mensen kennen. Misschien iemand uit de radiowereld, of iemand die jouw band kan promoten. Online gebeurt er ook veel, daar kun je niet meer onderuit. Toch heb ik niet het idee dat veel online stuff zo goed werkt. Juist omdat zoveel mensen dat zo makkelijk in kunnen zetten, is het moeilijk om op te vallen. Op Facebook wordt het daarnaast steeds lastiger en moet je vaker betalen voor bepaalde dingen.”

Toch beginnen veel bandjes vaak met het idee: ‘we gaan wereldberoemd en steenrijk worden.’
R: “Afgezien van een heel klein percentage muzikanten is het over het algemeen heel moeilijk om rond te komen van je muziek. Denk bijvoorbeeld aan Justin Bieber. Ik denk dat hij elke week miljoenen verdient. Maar onder die kleine groep heel succesvolle artiesten zit een enorme laag met muzikanten, zoals ik, die moeten worstelen om rond te komen. Daar zijn meerdere redenen voor. Ten eerste zijn er ontzettend veel bandjes die proberen door te breken. Daardoor is het moeilijk om echt op te vallen en een grote groep fans aan je te binden. Daarnaast is de muziek die je hoort op de radio niet echt het soort dat eruit springt. Dat merk je ook als je naar de Top 40 luistert: alles lijkt nu een beetje op elkaar. Het is meer dance, opgenomen op computers, geen livebands. Voor muzikanten die echt rond willen komen is het dan ook niet aan te raden om te doen wat ik doe.”

Heb je soms het idee dat je je aan moet passen, om toch in die Top 40 te komen?
R: “Ik weet niet of ik wel in de Top 40 terecht zou willen komen. Dat is vast raar om te zeggen, maar ik weet niet zeker of ik wel een commercieel artiest zou willen zijn. Ik geloof niet zo in het maken van muziek om platen te verkopen. Voor mij persoonlijk is het belangrijk dat ik iets kan zeggen met mijn muziek, dat het iets betekent.”

Ben je nooit bang dat je misschien altijd zo muziek blijft maken, maar nooit echt door zal breken?
R: “I see what you mean. Toen ik net begon met muziek maken geloofde ik nog wel dat dat een keer zou gebeuren. Nu weet ik dat niet meer. Het is voor mij vooral belangrijk dat ik muziek voor mezelf maak, dat het in ieder geval iets is waar ik in geloof. Mocht er uiteindelijk meer uit komen, dan zou dat natuurlijk geweldig zijn. Maar dat is niet het voornaamste.”

Hoe blijf je gemotiveerd?
R: (lachend) “Dat is een goeie vraag. Ik heb wel eens momenten gehad dat ik ’s nachts in bed lag en bij mezelf dacht: ‘Waarom doe ik dit? Waarom geef ik hier geld aan uit? Waarom offer ik mijn weekenden op om op te treden voor vrijwel niemand?’ Maar als ik dan de volgende dag uit bed stap ben ik alweer van gedacht veranderd. Als ik geen muziek maak word ik gek. Het is moeilijk om uit te leggen, maar ik doe eigenlijk niets liever.”

Tot slot: heb je nog tips voor studenten of beginnende muzikanten?
R: “Tegen studenten zou ik zeggen: be dynamic in meeting people. Wees op sociaal vlak heel actief. Ga naar mensen die je kent die een beroep hebben dat je aanspreekt, toon interesse als je nieuwe mensen ontmoet. Ga naar seminars, probeer echt te netwerken. Dat is denk ik de meest succesvolle en op dit moment wellicht de enige manier om aan een baan te komen. Voor beginnende muzikanten is het eigenlijk hetzelfde: werk met zoveel mogelijk mensen. Als je een band ziet optreden, zorg er dan voor dat je contact houdt met hen. Toon interesse. Dat is uiteindelijk waarom we dit doen. We zijn mensen, sociale wezens. We zijn met z’n allen op deze aarde terechtgekomen om tijd met elkaar door te brengen. Als je interesse toont in anderen kom je al een heel eind.” Linda Roos

Geef een reactie